Ik ben definitief gevallen voor de schoonheid van het Ierse landschap. Wat is Ierland ongelooflijk mooi! Het zuidwesten met de counties Cork en Kerry is prachtig. Langs de kust maar ook meer landinwaarts is het een genot om door dit sprookjesdecor te mogen rijden. Het voordeel van een verblijf in de aprilmaand is dat het ook ongelooflijk rustig is. Dus is het geen probleem als ik nog langzamer dan te doen gebruikelijk hier rondrijd en me vergaap aan de bergen, valleien, indrukwekkende rotsformaties en wat al niet meer.
De snelheidsaanduidingen hier zijn overigens pure kolder. Op de meeste wegen mag je maximaal 80 of 100 km per uur rijden, staat er, maar zeker op bergachtige wegen die soms niet breder dan vier meter zijn, is een dergelijke snelheid een gotspe. Bovendien ben je toch niet in Zuidwest Ierland om mee te doen aan een of andere rally, maar vooral om van het indrukwekkende landschap te genieten?
Ik zie lichtbruine glooiende heuvels, zeg maar bergen, bezaaid met rotsblokken en blatende schapen. De beesten eten de gedroogde graspollen die hier groeien. Soms ook een groen landschap met boerderijen in de diepte. Achteloos opgestapelde leistenen muurtjes begrenzen de agrarische percelen. Vaak wordt daar ook de gele bremstekel voor gebruikt, struiken die hier weelderig tieren en het Ierse landschap sieren. De schapen en berggeiten zijn echte klimmers. De berghelling is hun terrein.
Na mijn bezoek woensdagmiddag aan Mizen Head, het meest zuidwestelijke puntje van Ierland, was ik al opgetogen. Mijn dag kon niet meer stuk na al die prachtige rotsformaties die als bultruggen of krokodillen de zee insteken. Het is overigens niet uitgesloten dat je hier in het echt ook walvissen en dolfijnen tegenkomt, alleen heb ik ze niet gezien. Slechts een zeehond, die nieuwsgierig de kustlijn bekeek. Ik ben wel over de Mizen Bridge gewandeld, een loopverbinding met het miststation dat Mizen Head ooit is geweest. Van een Brit hoor ik dat in Mizen Head ook de telegraafkabels aan land kwamen die de Verenigde Staten met Europa verbinden.
In opperbeste stemming koers ik na Mizen Head woensdagavond af op de camping in Killarney, maar omdat ik er niet van hou precies dezelfde weg terug te nemen, sla ik aanvankelijk de commando’s van Tom Tom in de wind en sla niet rechtsaf maar linksaf. Een kilometer verderop gehoorzaam ik wel als Tom me op wat hij aanduidt als ‘naamloze weg’ dirigeert. Wel 18 kilometer lang, maar geen naam. Het pad versmalt zich snel en gaat omhoog. Een smal muurtje van opgestapelde stenen scheidt me van de afgrond. Ik kijk enthousiast om me heen, maar blijf me ook fixeren op de weg, want één verkeerde stuurbeweging en ik maak een wel heel snelle afdaling. Ik rij niet harder dan 25/30 kilometer over het bergpad en stop regelmatig onder het uitslaken van primitieve kreten als ‘Ach’ en ‘Ohh’. Wat Tom Tom denigrerend ‘een naamloze weg’ noemt, blijkt een pareltje te zijn.
De dag erop is het de beurt aan Healy Pass. Mizen Head en Healy Pass zijn de twee bezienswaardigheden die mijn B&B gastvrouw Bernadette uit Halfway me geadviseerd had te bekijken. Ook Healy Pass blijkt een schot in de roos. Een bergpad naast een lange kloof. Bergen rondom. Als ik uitstap om weer eens wat foto’s te schieten, is de stilte oorverdovend. Afgezien dan van dat ene blatende schaap in de verte. Een gevoel van eeuwigheid bekruipt me. Dit landschap is er gewoon, zal er over tienduizenden jaren nog steeds zijn. De mens is daarin een passant, zo voelt het tenminste.
Bovenop Healy Pass staat een standbeeld van een gekruisigde Christus geplaatst met de rouwende Maria en andere vrouwen er omheen. Een stukje hoger dan Golgotha, denk ik. Bovenop Healy Pass is het een stuk frisser. Kijkend in de diepte zie ik een auto omhoog kruipen over een haarspeldencircuit.
Ten tijde van de verschrikkelijke hongersnood die Ierland trof in in de jaren veertig van de negentiende eeuw is Healy Pass aangelegd. De bergpas verbindt de graafschapen Cork en Kerry. Tijdens die hongersnood kwam naar schatting een miljoen Ieren om het leven en dat op een bevolking van acht miljoen. Nog een miljoen Ieren ontvluchtte de armoede en honger en vertrok naar de Verenigde Staten of naar Australie. Naar ‘Down Under’ werden overigs opvallend vaak contingenten misdadigers of criminelen gestuurd. Alhoewel iemand in de ogen van het Britse bestuur al gauw een crimineel was. Op het stelen van een brood stond al zeven jaar gevangenisstraf.
Als afsluiting van al dat natuurschoon heb ik vandaag – vrijdag – ook nog een stuk over de beroemde ‘Ring of Kerry’ gereden. Vanuit Kenmare tot voorbij Waterville. De ‘Ring of Kerry’ maakt weer deel uit van de ‘Wild Atlantic Way’, de 2500 kilometers lange route langs de kust van Ierland en een grote toeristische trekker. De route stelt niet teleur.Wat ook helpt, is dat de zon inmiddels flink schijnt. Het spel van licht en donker speelt een spel over het Ierse landschap. De opkomende mist, onttrekt de bergen deels aan het zicht, wat er ook weer mysterieus uitziet. Vroeg in de avond vind ik een camping bij Mannix Point. Daar kan ik recupereren en me voorbereiden op deel twee van de ‘Ring of Kerry’.