Dat er vrijdag Highlands Games in Dornoch worden gehouden en dat alle campings in en rond het kustplaatsje in Noord-Schotland overvol zitten, is een onaangename verrassing. Het is inmiddels al over achten en ik rij over een ‘scenic road’, richting Golspie. Het is een ‘single road track’ met ‘passing places’: een weg met éen rijbaan en plekken waar je elkaar kunt passeren, dus. Op zoek naar een plek waar ik kan overnachten, zie ik een parkeerplaats waar al drie grote campers staan en een mega bestelbus. Ik besluit mijn Ford Transit Connect ertussen te wurmen.
Omdat ik het kamperen ‘in het wild’ nog steeds wat onwennig vind, vraag ik aan de mensen in de bestelwagen naast de mijne of zij hier vannacht ook blijven staan. Als er andere auto’s op zo’n parkeerplaats staan, voelt het wat veiliger aan. Als ik naar de achterkant van de bestelwagen loop, zie ik dat de achterdeuren openstaan. Hoog boven mij, zitten twee jonge mensen. De binnenkant van hun bestelwagen is met hout bekleed en er hangen kastjes. Zij zitten op een verhoging, wat een bank blijkt te zijn. Op mijn vraag of ze hier vannacht ook staan, antwoorden ze bevestigend. Ik raak met ze aan de praat en hoor dat ze beiden in het bos- en natuuronderhoud zitten. De bestelbus gebruiken ze als permanente woning. Op deze parkeerplaats tussen Dornoch en Golspie staan ze regelmatig. Tegenover ons ligt een zandbank. Als die droogvalt, liggen er zeehonden, vertellen ze.
Ailidh Kamp (25) en Theo Kewen (23) rijden al sinds april rond in hun bestelwagen. Zij verhuren zich uit aan bedrijven die actief zijn in het natuur- en bosonderhoud. Ze werken op landgoederen in Schotland. Het hele Highlandsgebied is hun werkterrein. Als ik vertel waarom ik hier ben en aangeef dat ik graag verder met hun wil praten, nodigen ze me uit in hun bestelbus.
Vier jaar geleden kwamen ze elkaar tegen op de universiteit in het Lake District, in Cumbria. Ze studeerden er ‘Outdoor Education’. ,,It was really good fun’’, vertelt Theo. ,,Maar als je wilt gaan werken, heb je nog veel kwalificaties nodig bovenop je diploma en dat kost weer een hoop geld.’’ Ze hadden meer zin in reizen nadat ze hun studie hadden afgerond en gingen naar Nieuw Zeeland. ,,We hebben vier maanden op een kiwi-boomgaard in Nieuw Zeeland gewerkt’’, vertelt Ailidh. ,,Kiwi’s plukken en onderhoud aan de boomgaard. Daarna hebben we ook drie maanden gewerkt in een recyclingcenter.’’ ,,Dat was vreselijk’’, zegt Theo. ,,We moesten om vier uur morgens opstaan en alles uitzoeken en selecteren. Het was heel vies werk.’’ Al die tijd woonden ze met z’n tweeën in een kleine bestelbus. ,,We hebben dat een jaar volgehouden en we hebben ook heel veel rondgereisd.’’
Bij terugkomst in het Verenigd Koninkrijk kozen ze voor een baan in de bosbouw. ,,We houden van fysiek werk. Het is ook niet zo stresserig als werken met kinderen.’’ Ze gingen aan de slag zonder opleiding, maar volgden wel allerlei cursussen. Ze spuiten gif bij het bestrijden van planten en struiken. Als ze aan het werk zijn, zien ze eruit als asbestsaneerders. Bang voor hun eigen gezondheid zijn ze niet. Ze zijn goed beschermd, zeggen ze. Misschien zouden ze liever andere werkzaamheden willen, maar dan moeten ze eerst andere kwalificaties halen. Ze zijn bezig met een cursus kettingzagen. Ailidh en Theo noemen zich kleine zelfstandigen, maar ze krijgen steeds opdrachten van dezelfde werkgever. Een schijnconstructie? ,,Het is een grijs gebied’’, lacht Theo. Voordeel is wel dat ze op elk moment weg kunnen, als ze dat willen.
Behalve spuiten van gif, planten ze ook bomen. Hele bossen eigenlijk. Ze planten wel duizend bomen op een dag. ,,Bomen planten is heel hard werken’, zegt Ailidh. ,,Je moet alle bomen de heuvel op sjouwen.’’ ,,Je wordt per boom betaald. Je krijgt tussen de 9.5 pence en 11 pence per boom.’’ zegt Theo. ,,Als je duizend bomen plant, heb je honderd pond.’’ ,,Mijn record was 1350 bomen op een dag’’, vertelt Ailidh met enige trots.
Ze willen het werk nog wel een tijdje blijven doen en willen meer kwalificaties halen. Door in de auto te wonen, besparen ze veel geld dat ze anders aan huur kwijt zouden zijn. ,,We willen een aggregaat kopen om de wagen in de winter op te kunnen warmen.’’ Ze hebben een lijst van parkeerplaatsen gemaakt waar ze gratis kunnen staan. ,,Je kunt niet te lang op plekken staan. Anders krijgen mensen genoeg van je.’’ Op het dak van hun bestelbus liggen zonnepanelen, waarmee ze hun eigen energie opwekken. Uiteindelijk willen ze een stukje grond kopen en een klein huis bouwen. Ze kijken waar ze zouden willen wonen, waarschijnlijk wordt het ergens in Schotland. Ze willen nog een raam maken in de zijkant van de bestelwagen, zodat ze binnen meer licht hebben en ze willen ook nog een hond die ze mee kunnen nemen als ze aan het werk zijn.
Zowel Ailidh als Theo hebben ‘Remain’ gestemd tijdens het Brexit-referendum. Vrij snel daarna vertrokken ze naar Nieuw Zeeland. Theo voelt zich meer Brits. Ailidh voelt zich meer Europeaan. Ailidh heeft bij het Schotse referendum voor onafhankelijkheid in 2014 gestemd voor een onafhankelijk Schotland. ,,Er werd gezegd dat een onafhankelijk Schotland uit de EU zou moeten en twee jaar later stapt het Verenigd Koninkrijk zelf uit de EU.’’ Ailidh is er nog verontwaardigd over en ze is nog steeds voorstander van onafhankelijkheid voor Schotland. Theo zegt lachend dat ie dan een paspoort moet aanvragen.
In september hebben ze een grote klus. Ze moeten 360.000 bomen planten. ,,Daar zijn we een paar maanden mee bezig, denkt Theo. ,,Veel mensen denken dat machines het plantwerk doen’’, zegt Ailidh. ,,Maar het is hard werken. Bomen op je rug en gewoon met je schepje een plantgat graven.’’