‘I am the boss as lang as she allows me to’

Een ‘gewone’ ontmoeting met Bill en Mollie

NEWCASTLE – Het zijn niet per se de ‘grote verhalen’ die je het meest raken op een reis zoals ik die maak. Vooral kleine, onverwachte ontmoetingen brengen iets herkenbaars en soms weemoedigs naar boven. Zoals vanochtend de kennismaking met Bill en Mollie Dornan uit Comber op het Windsor Holiday Park in Newcastle. Vanuit hun stacaravan zitten zij eerste rij en overzien het grasveld waar ik gisteren mijn auto heb geparkeerd en waar ik een waslijn heb opgehangen om wat wasgoed te drogen. Waar ik als toevallige passant een nacht doorbreng op dit vakantiepark, staan zij er als ‘permanent residents’ al veertig jaar.

,,Heb je goed geslapen’’, informeert Mollie de volgende ochtend als ik voel of mijn wasgoed al droog is. Als ik haar verzeker dat ik een uitstekende matras heb liggen in mijn Ford Transit Connect, wil ze weten of ik al heb ontbeten. Even later zit ik bij haar aan tafel in haar stacaravan, terwijl haar man Bill nog in zijn bed ligt. Op tafel staan drie bordjes uitgestald. De 86-jarige Mollie schenkt de thee in en ik eet een getoaste boterham met marmelade terwijl zij haar levensverhaal vertelt.

Mollie ontmoette Bill voor het eerst bij Littlewoods in Belfast, een warenhuisketen in het Verenigd Koninkrijk. Zij was katholiek en kwam uit Ballygowan. Hij was presbyteriaan en afkomstig uit een dorpje een kilometer of 8 daar vandaan. Niet alle familieleden waren even enthousiast over het voorgenomen huwelijk. Vooral zijn kant had er problemen mee dat hij met een katholiek meisje zou trouwen. Op 10 juli 1953 trouwden ze. Binnenkort zijn ze dus 65 jaar getrouwd. Makkelijk bij hun huwelijk was dat ze allebei dezelfde achternaam bleken te hebben: Dornan. Die hoefde in ieder geval niet te worden veranderd.

Ze wonen in Comber, een plaatsje net onder Belfast. ,,Iedereen wist er alles van elkaar en dat was niet erg.’’ Ze staan al meer dan veertig jaar op het Windsor Holiday Park in Newcastle. Toch kent ze nog steeds de voornamen niet van sommige gasten, die net als zij bij het meubilair van dit vakantiepark horen. Ze genieten nog elke dag van de omgeving en het prachtige uitzicht vanuit hun stacaravan op de Slieve Mountains.

Toen tijdens The Troubles in Noord Ierland protestanten en katholieken elkaar te lijf gingen, waren zij eens op vakantie op de Isle of Man. ‘Als ze in Noord Ierland nou allemaal zo waren als jullie’, kregen ze daar te horen…. ,,Het maakt me niet uit of in het Verenigd Koninkrijk woon of in een verenigd Ierland’’, zegt Mollie. ,,Dit is de mooiste plek om te wonen.’’

Intussen is Bill ook opgestaan en komt hij lachend aan tafel zitten. Hij is wat hardhorend maar nog kwiek van geest. Hij werkte ooit als lasser op een scheepswerf in Belfast. Op de vensterbank staat een miniatuur tramcoupe van het soort waarin hij weleens reisde. ,,Gekocht in een charityshop.’’ Ze hebben twee zoons, waarvan er al een met pensioen is, kleinkinderen en zes achterkleinkinderen. Bill wil weten of ik van plan ben om de Slieve mountains te beklimmen. Als hopman ging hij er met zijn padvinders naar boven.

Wat is hun geheim voor een langdurige relatie? In ieder geval veel lachen met elkaar en zaken niet op de spits drijven. ,,I am the boss, as long as she allows me to’’, schatert Bill.

Even later verlaat ik de stacaravan en denk na over een gewoon, maar toch bijzonder gesprek. Als ik wat dingen opschrijf, zie ik hoe Bill vanuit de stacaravan naar me toeloopt. Hij laat me een minuscuul klein fotootje zien dat hij heeft opgeduikeld uit zijn portemonnee. Er staat een mooie jonge vrouw op met krullend donker haar: Mollie. Bill draagt haar fotootje van toen dus nog dagelijks bij zich. Ik kan me voorstellen dat hij voor haar viel en complimenteer hem met zijn goede keuze.

Omdat ik iets wil schrijven over de twee en een foto van ze wil nemen, ga ik nogmaals naar de stacaravan en vraag of ze op de foto wilen. Dat willen ze wel. Ik zet ze neer voor de caravan waar ze samen zoveel vakanties hebben doorgebracht. Voor het raam hangt een fiets met daaraan het woordje Welcome. Als ik daarna echt voor de laatste keer afscheid neem, zeg ik tegen Mollie – zonder er bij na te denken – dat zij me aan mijn moeder doet denken. ,,Dan moet ze wel een aardig iemand geweest zijn’’, antwoordt Mollie gevat.

Dat was het dus. In Mollie kom ik vanochtend een stukje van mijn moeder tegen. Een gelijkenis in haar uiterlijk doet me aan mijn moeder denken, maar misschien is het meer nog haar houding: gastvrij, ongecompliceerd en vriendelijk. Een herinnering en een gevoel van vroeger. Dat is het wat me vanochtend ontroert en een tikkeltje weemoedig maakt en waarom ik dit opschrijf.