Met de muziek mee in Omagh

Van nature heb ik niets met uniformen. Misschien herinnert het me te veel aan de wereld van het leger en mijn strenge, afstandelijke en autoritaire beroepsmilitairvader, maar zaterdagavond vind ik de onberispelijke, kleurige en zeer diverse uniformen die ik zie tijdens de parade in Omagh indrukwekkend en mooi. En de muziek is heerlijk om naar te luisteren. Marsmuziek leeft in Noord-Ierland en hoort bij de protestantse cultuur. Vanavond zijn het zo’n dertig protestantse bands die paraderen door de straten van Omagh tijdens de 42ste jaargang van de OPBFB parade. Veel jonge leden ook: jongens en meisjes en zelfs de allerkleinsten mogen meedoen om als volleerd tamboermaitre hun stok in de lucht te gooien.

Sinds ik een week geleden de aankondiging zag staan, heb ik me afgevraagd wat de afkorting OPBFB in vredesnaam kon betekenen, maar vanavond krijg ik een antwoord.,,Old Protestant Boys Flute Band”, zegt een grofgebouwde protestantse boer met bruine ondertanden tegen mij. We staan op de plek waar straks de parade langs zal komen. Aan de overkant van de weg zit zijn vrouw in het meegebrachte zomerstoeltje. Het duurt nog minimaal een uur voordat het hier begint, maar zij heeft zich al geïnstalleerd en bereidt zich waarschijnlijk mentaal voor op wat komen gaat. Behalve zijn vrouw heeft de boer een grote blauwe tractor met laadbak meegenomen.  Daarin heeft hij een camera op statief geplaatst. Vanuit die laadbak gaat hij filmopnamen maken van de parade die over een uur begint.

,,Wij zeggen altijd dat je in Noord Ierland nooit moet praten over religie en politiek”, vertelde een medewerkster van de Tourist Information in Omagh me eerder deze week  nadat we even daarvoor een uitvoerig gesprek hadden gehad over religie en politiek. Dus begin ik een gesprek met de boer over politiek. Hij lijkt me rechtlijnig en dogmatisch protestants-rechts en ik word niet teleurgesteld in mijn verwachtingspatroon. Hij is fervent unionist en was bevriend met de aartsconservatieve dominee Ian Paisley. Ooit fervent katholieken- en pausenhater transformeerde Paisley zich later tot vredesapostel en werd hij een van de ondertekenaars van het Goede Vrijdagakkoord uit 1998. De boer heeft Paisley, die al jaren dood is, nog steeds hoog zitten. ,,Als hij nog geleefd had, was er nu een regering geweest in Stormont”, is zijn stellige overtuiging. Van de huidige partijleider van de Democratic Unionist Party (DUP), Arlene Foster, moet hij helemaal niets hebben. Dat ze op zondag naar een Gaelic footballwedstrijd van de GAA is gegaan, ziet hij als een knieval voor de katholieke nationalisten en haar recente handreiking naar de LBGT-gemeenschap keurt hij ten strengste af. ,,Binnen de partij zijn er genoeg parlementsleden die van haar afwillen”, verzekert hij me, ,,maar vanwege de steun van de DUP voor Theresa May en Brexit, blijft ze zitten.”


Ik neem afscheid van de man en kijk verder om me heen. Leden van muziekbands die straks moeten optreden, lopen met hun muziekinstrument in de hand langs me heen op weg naar het verzamelpunt in Holmview Court. Langs beide kanten van de paradestraat, die rechtstreeks naar het stadscentrum leidt, staat het inmiddels vol met auto’s. Wat opvalt is dat iedereen gewoon in z’n auto blijft zitten. Het is net alsof ze straks naar een drive-in voorstelling van de parade gaan kijken. Maar langs de straat wordt het ook wat drukker met toeschouwers.
Omdat er hier voorlopig nog niks staat te gebeuren, loop ik naar het verzamelpunt voor de bands op Holmview Court. Daar is in ieder geval veel meer te beleven. En ik kan er wat ongedwongener foto’s maken van de muzikanten vlak voor hun optreden.
Muziek is hier ongelooflijk belangrijk en een familiegebeuren. Het is een manier om de protestantse identiteit te laten zien. De vaandels en vlaggen die worden meegezeuld, maken ook onderdeel uit van die identiteit. Ik heb er minder moete mee dan met de opdringerige, claimerige Britse vlaggen die hier hele straten kleuren en die staan voor territoriumdrang en uitsluiting. Alhoewel veel van de deelnemende muziekkorpsen het woordje Boys in hun bandnaam hebben staan, zijn er genoeg meisjes en vrouwen die vanavond meedoen. En heel veel verschillende soorten bands doen mee: van accordeonspelers, tot echte ‘flutebands’ en de bands met meer koperwerk en trommels: ‘blood and thunder’, noemde iemand het.

Een opvallende rol in de meeste korpsen is er voor diegene die met enorme inzet en enthousiasme op de grote trom – the lambeg – mag slaan. Meestal zijn het nogal forsgebouwde mannen die hiervoor gevraagd worden. ,,Het is makkelijk om de lambeg op je buik te laten rusten”, lacht de lambegspeler van de OPBFB. Maar ik zie ook een klein tanig mannetje van de Upper Bann Fusiliers uit Lurgan die de lambeg mag dragen en die haast dansend over straat rake klappen uitdeelt. Omdat het met overgave bespelen van de lambeg zo inspannend is, zijn er in een korps vaak twee lambegspelers die elkaar afwisselen tijdens een optreden.

De lambegspeler van de OPBFB vertelt me dat de parade een goede manier is voor de plaatselijke muziekvereniging om geld in te zamelen. Ik heb net ook wat kleingeld gegeven aan een vrouw die geld kwam inzamelen voor de OPBFB. Als bewijs dat ik betaald had, kreeg ik een OPBFB stickertje. De andere verenigingen organiseren zelf in de eigen woonplaats ook van dit soort evenementen om geld op te halen. Maar behalve een fundraising-event voor de plaatselijke muziekvereniging OPBFB, is vanavond ook een mooie oefenavond voor de Oranjemarsen op 12 juli.
Even voor negenen begint het echte werk en stellen de muziekkorpsen zich op. Met flinke tussenposes gaan ze van start en lopen hun route richting stadscentrum om aan de achterkant van het Holmview Court weer te eindigen.

Als ik al flink wat korpsen al spelend heb zien vertrekken, ga ik zelf naar het stadscentrum.
Indrukwekkend is het om op het kruispunt vanuit vier richtingen muziekkorpsen te zien aankomen en vertrekken. Iedereen loopt feilloos in de maat en elk korps krijgt ruim voldoende exposure. Het publiek geniet.
Opvallend bij dit soort evenementen is de flinke politieaanwezigheid. Van een van agentes begreep ik dat er zo’n 25 tot 30 agenten de zaak in de gaten houden. Allemaal met kogelvrij vest aan en wapen bij de hand. Het blijft tenslotte Noord-Ierland. Een polieagent per deelnemend korps, stel ik vast.
Als laatste muziekkorps vertrekt het organiserende OPBFB. Het korps mag als toegift een keer extra door de straat lopen. De lambegspeler waarmee ik heb staan praten, knikt me toe als hij me passeert en geeft nog eens een daverende klap op zijn lambeg. Voor mij is het het signaal om huiswaarts te keren. Het is ruim over tienen als ik de paradestraat verlaat op weg naar mijn auto, maar met de muziek nog in mijn hoofd.