Dit zoek ik dus, denk ik als ik vanmorgen al vanaf 5 uur lig te draaien en in mn hoofd het vreselijke verhaal over de baby’s en kinderen van Tuam aan het schrijven ben. Dat je per se iets wilt opschrijven, iets wilt delen met anderen en niet kunt wachten voordat je het hebt opgeschreven. Dus zet ik mn laptop aan en begin het verhaal te tikken dat ik in mijn hoofd al aan het schrijven was.Maar eerst even de afgelopen dagen….
Van de Cliffs of Moher ben ik dinsdag terechtgekomen in Galway waar ik een afspraak heb met de 23-jarige Anne van Dam. Hij volgt er een cursus gitaarbouwer bij de Ierse instrumentenmaker Paul Boyle. Dinsdagavond heb ik al een heel leuk gesprek met Anne in cafe Oslo in Salthill en woensdagmorgen ga ik mee naar de werkplaats in Galway. Anne’s verhaal wil ik op een later moment schrijven. na het bezoek aan de instrumentenmaker dwaal ik nog wat rond in Galway en zie wat straatoptredens van muzikanten en tapdansers. Daarna wandel ik vanuit Galway via het Coastal Path terug naar Salthill waar ik mijn auto bij de golfbaan heb geparkeerd. Er staat een ongelooflijke tegenwind en het zeestrand straalt in mijn gezicht. Toch is het zonovergoten, met af en toe wat donderwolken. Als ik uiteindelijk m’n auto bereik, stel ik mn Tom Tom in op Tuam. Onderweg rijd ik door een landschap dat er met zijn vlakheid, haast Hollands uitziet. Alleen de stenen muurtjes in de weilanden horen natuurlijk bij Ierland.
Tuam is een dorp dat ik per se wil bezoeken. In de Nederlandse pers heb ik het verhaal gelezen over Tuam en de lugubere ‘vondst’ van een begraafplaats bij een zogenaamd ‘Mother and Baby Home’. Bijna 800 baby’s en kleuters zouden er zijn begraven.
Van die Mother en Baby homes zijn er negen in Ierland geweest in de vorige eeuw. Na de stichting van de Ierse Vrijstaat in 1922 werden ze geopend voor de opvang van moeders die ongewenst zwanger waren. De instelling in Tuma was geopend van 1926 tot 1961. De Mother and Baby Homes werden gerund door nonnen en priesters. En over die beroepsgroep zijn de laatste jaren wat minder plezierige verhalen naar buiten gekomen. Het verhaal over de Mother and Baby Homes past naadloos in dat rijtje. Het leven voor moeders en kinderen was er een hel op aarde. Moeders zaten er soms jaren en moesten allerlei huishoudelijk werk en andere klussen doen. Er was geweld, intimidatie, ondervoeding en wat shockeert zijn de ongelooflijke sterftecijfers onder de kinderen en baby’s. Naar schatting een derde van de baby’s/kinderen overleefden de homes niet. Vooral in de jaren ’20 en ’30 moet het geen pretje geweest zijn om hier te verblijven. Slechts een een beperkt aantal kinderen verliet uiteindelijk de instelling met hun moeder, een deel vond onderdak bij familieleden en een deel werd geadopteerd. En een flink deel overleefde het dus niet. Er loopt nog een onderzoek naar deze Mother en Baby homes en het definitieve rapport is nog niet klaar.
In 2014 kwam het verhaal over de Mother and Baby Homes in een stroomversnelling terecht. Onderzoekster Catherine Corless publiceerde haar verhaal over de 788 baby’s en kleuters die bij Tuma begraven zouden zijn. Ze had ook overlijdenslijsten die het verhaal bevestigden. In Tuam werden de overleden baby’s en kinderen bij de instelling begraven: anoniem, zonder doodskistje, gewoon in de grond: een massagraf dus. Na de sluiting van het complex in 1961 werd het gebouw gesloopt en werden er huizen gebouwd,
De Mother and Baby Homes vormen een stuk vergeten geschiedenis dat inmiddels volop aandacht krijgt, in de pers. Maar als ik in Tuam kom, heb ik geen idee waar het Mother and Baby Home heeft gestaan. Ik voel me een beetje een ramptoerist die zich komt verlustigen aan de ellende van de ander, maar ik wil het gewoon graag met eigen ogen zien en er over schrijven. Ik loop binnen bij de bibliotheek in Tuam waar ik een straatnaam doorkrijg: Dublin Road. De mensen daar weten wel waar het is, dus die moet ik dan maar even vragen, vertelt de bibliothecaresse.
Dublin Road is snel gevonden, maar waar het onderkomen gezeten heeft is een mysterie. Ietwat gegeneerd vraag ik waar de plek is waar al die baby’s en kinderen zijn opgegraven, maar ik slaag er niet in de plek te vinden en nergens is er natuurlijk een bewegwijzering die naar de plek des onheils voert. Totdat ik tegen de rand van een een woonwijk een foto maak van een weiland waar ik een regenboog zie. Een mooi symbool van hoop bij al deze ellende, denk ik en schiet een foto. Even verderop staat een man die vraagt of ik een foto van het weiland maak. ‘Nee de regenboog’, zeg ik. Ik vraag hem of hij weet waar al die baby’s zijn opgegraven en hij begint het uit te leggen. Omdat ik duidelijk zichtbaar niet goed begrijp waar hij me heen wil leiden, biedt hij aan om me er even naartoe te brengen. Ik rij achter hem aan en kom in de straat waar ik al eerder ben geweest. Plotseling slaat hij rechtsaf door een smalle opening tussen twee woonhuizen in. We komen uit op geasfalteerde parkeerplaats waar ook een monument staat voor zes Ieren die in 1922 het leven lieten tijdens de burgeroorlog. We kijken uit op een geasfalteerde speelplaats. Het ziet er wat rommelig uit, Stukken steen en glas, liggen op de grond. Een paar knuffels liggen verregend op de grond. We lopen over het speelterrein naar het achterste gedeelte van het terrein waar zwarte sintels liggen. ,,Dit was vroeger gras’’, zegt hij. Helemaal in de hoek staat een Mariabeeld met bloemen maar ook wat verregende en vieze knuffels. Even verderop zie ik een plaquette op een muurtje die aangeeft dat ik me op de juiste plek bevind. Ik sta bovenop het massagraf. ‘In loving memory of those buried here. Rest in peace’
De man die me hier naartoe gebracht heeft, vertelt nog wat bijzonderheden. Zoals het verhaal dat de begraafplaats ontdekt werd, toen een jongetje uit de buurt er aan het spelen was en plotseling in de grond wegzakte. ,,Toen vonden ze een skelet.’’ Later vonden er opgravingen plaats. Hij weet me te vertellen dat er in Tuam nog steeds inwoners zijn die als kind in dit tehuis hebben gezeten. En hij vertelt over een onderzoek dat gehouden is naar Tuam en de Mother and Baby Homes, maar waarvan de uitkomsten nog niet bekend zijn. ,,Ik denk niet dat dit hoofdstuk ooit wordt afgesloten’’, vertelt de man. ,,Iedereen wil antwoorden. Misschien wordt er hier ooit een monument gemaakt.’’
Nadat hij vertrokken is, maak ik wat foto’s van het grafmonument rondom het Mariabeeld en van de omgeving, van de omringende woningen waarvan de bewoners allemaal uitkijken op een binnenplaats die een massagraf blijkt te zijn.
Wat een troosteloos verhaal, uit een bizarre tijd. Maar helemaal nog niet zo lang geleden. Een tijd waarin een mensenleven hier niets waard was en waar je als baby of kleuter anoniem op een grote hoop begraven werd.
Even zo bizar is wat volgde. Dat er op de plek waar deze instelling heeft gestaan en waar zovelen zijn begraven er doodleuk woningen zijn gebouwd. Met als wrang detail, de geasfalteerde speelplaats pal naast de begraafplaats die zo’n tien jaar geleden is aangelegd.
Probeer je eens voor te stellen dat zoiets in Leusden of Amersfoort zou zijn gebeurd. Dat een van de speelveldjes achter een woonblok een massagraf blijkt te zijn voor 800 baby’s en kleuters. En dat er vervolgens huizen op en rondom gebouwd worden…. Onvoorstelbaar in ons zo strak georganiseerde land. In Ierland kon het wel en kon de katholieke kerk als staat binnen een staat opereren.
Inmiddels zie ik bij de speelplaats een vrouw met twee kleine kinderen rondlopen. Ik loop naar haar toe en vraag haar of ze hier woont. Ze heet Jackie en woont in het hoekhuis en woont hier vanaf het begin. De kinderen zijn haar kleinkinderen. Ik raak met haar aan de praat. ,,Hier was vroeger een kerk met een soort klooster. Sommige muren staan er nog. Die waren bedoeld om ze binnen te houden. Zestig jaar geleden is het gesloopt. Ze noemden dit vroeger ‘the buildings’,’’ wijst ze naar het speelterrein met daarachter de begraafplaats. ,,Er lag allemaal bouwafval. Tien jaar geleden ruimden ze het op en maakten ze er een park van met een speelplek.’’
Volgens Jackie was al lang bekend dat er lichamen lagen, maar probeerden de autoriteiten het toe te dekken. ,,Pas sinds Catherine Corlesss het is gaan onderzoeken, is de zaak bekend geworden. Zij kwam er achter dat er ongetrouwde moeders zaten.’’
Ook voor de buurtbewoners is het een drama. Veel mensen hebben koophuizen. Ze wisten niet dat ze bij of op een begraafplaats bouwden. ,,Wie wil het nu nog kopen? These houses are worthless to anybody now. Nobody is going to buy a house.’’
Jackie vertelt dat het onduidelijk is hoe groot het stuk is, waar de baby’s begraven liggen. ,,Het verschrikkelijke is dat we toestemming kregen in deze huizen te wonen en dat niemand wist wat er in de grond zat. Natuurlijk wisten ze het.’’ Jackie vindt dat eigenlijk het hele terrein moet worden onderzocht. ,,Ze moeten alles doen. Nu hebben ze alleen dat kleine stukje in de hoek gedaan. Misschien liggen er wel lichamen in de tuinen of onder de huizen. Ze moeten ook onder de huizen kijken.’’
Dat er zo’n grootschalig onderzoek komt, lijkt niet waarschijnlijk. ,,Ze gaan de huizen niet afbreken. Ze zijn hiermee weg gekomen dus gaan ze dat niet doen. Ze willen alleen laten zien dat ze ermee bezig zijn om iedereen in slaap te sussen. We wonen al die jaren hier. We willen weten of we bovenop een begraafplaats wonen en of hier kinderen begraven liggen. Het duurde jaren voordat ze wat deden.
Waarschijnlijk gaan ze ook nog het stuk onder de speeltuin onder handen nemen, maar dat kan nog wel even duren. Er zijn zoveel ideeën wat er met het stuk grond moet gebeuren, maar ik ga niet eens meer naar de vergaderingen. Het is verschrikkelijk. Het is een schande.’’
Wie zijn de schuldigen? ,,De priesters, de nonnen, de godsdienst in die tijd, de doktoren in die tijd die ervan wisten. Zij waren hoger opgeleid dan wij en hadden beter moeten weten. Het complex was ommuurd, buitenstaanders kwamen er niet binnen. De dorpsbewoners mochten er niet naar binnen behalve als er een samenzijn met kerst was.’’
,,Je moet verder. Bidden voor de zielen, voor de baby’s. Mijn persoonlijk mening is er gewijde grond van maken: ‘Make a memory place for them.’’ De kinderen in de buurt weten allemaal dat er baby’s begraven liggen. ,,Maar ze spelen er nog steeds. Ze weten dat als ze met de bal aan het spelen zijn, dat ze de bloemen in de tuin niet moeten breken, want die zijn bestemd voor de baby’s.’’
Religie maakt meer kapot dan je lief is…