Bomaanslag Omagh: ‘That night a great silence descended on the town’

Het is iets na 3 uur op woensdagmiddag. Ik loop in het stadscentrum van Omagh in het graafschap Tyrone. Het idee dat er hier zometeen een enorme autobom zal ontploffen die 31 mensen het leven zal kosten en honderden lichamelijk en of geestelijk voor de rest van hun leven zal verminken, is onvoorstelbaar. Maar bijna twintig jaar geleden, op 10 augustus 1998 was het bittere werkelijkheid.

Na de ondertekening van het Goede Vrijdagakkoord op 10 april 1998 tussen de regeringen van het Verenigd Koninkrijk, Ierland, de Verenigde Staten en de strijdende partijen in Noord Ierland leek er een einde te komen aan het zinloze geweld tussen protestanten en katholieken. Maar niet iedereen was blij met het vooruitzicht van vrede. Terroristen van een groep die zich ‘The Real IRA’ noemde, lieten op zaterdagmiddag om tien over 3 een autobom ontploffen in de  winkelstraat in Omagh. Het was een gruwelijke bomaanslag met alleen burgerslachtoffers. Een onduidelijk waarschuwingstelefoontje had er voor gezorgd dat de politie juist mensen naar de bom had toe geleid. In totaal vonden 29 mensen de dood, maar omdat een van de slachtoffers zwanger was van een tweeling wordt een aantal van 31 doden aangehouden. Onder de slachtoffers waren protestanten, katholieken, jonge en oude mensen. Ook twee toeristen uit Spanje werden opgeblazen.

 

In het boek ‘Making sense of the Troubles’ wordt een ooggetuige opgevoerd die beschreef dat er na de bomaanslag een waterleiding in de winkelstraat was gesprongen en dat het water met kracht naar beneden stroomde.  Afgerukte ledematen en lichaamsresten werden meegevoerd in de stroom om op een hoop te eindigen bij een afvoerput onderaan de straat.

De bomaanslag leidde niet tot het einde van het vredesproces, maar eerder tot het besef dat er nu eindelijk werk gemaakt moest worden aan de vrede en een einde moest komen aan de Troubles, die in een kleine dertig jaar aan meer dan 3700 mensen het leven hadden gekost.

Omagh is een plattelandsgemeente met ongeveer 21.000 inwoners. Er wonen hier iets mer katholieken dan protestanten. De bomaanslag heeft een blijvende stempel gedrukt op het stadje. Tien jaar na de aanslag werd er voor de slachtoffers een bijzonder monument geopend, een memorial garden. Omdat er op de plek waar de bom afging, midden in een winkelstraat, geen plaats was voor een groot monument, werd de memorial garden gemaakt net buiten het stadscentrum, op zo’n honderd meter van de aanslag. Belangrijk onderdeel van het monument zijn de spiegels. In de herdenkingstuin staan 31 spiegels bij een vijver die het licht ‘doorgeven’ aan grote spiegels even verderop. Uiteindelijk wordt het licht weerspiegeld in een glazen hart in een zuil die op de plek van de aanslag staat. De symboliek is dat de slachtoffers die herdacht worden in de memorial garden via de spiegels en het oplichtende glazen hart in het stadscentrum niet vergeten zijn.

Ik bezoek de memorial garden en kijk rond en lees de teksten bij het monument. Ik probeer me een voorstelling  te maken van het gruwelijke leed dat ongevraagd het leven van zovelen binnendrong om nooit meer te verdwijnen. Ik lees de teksten op het monument.

,,Weatherwise it was one of the best days that summer had seen. Ordinary people were doing ordinary things on an ordinary day. in one fateful moment this was changed forever. Time stood still, futures were obliterated, lives were shattered, hearts were broken. In the carnage emergency personnel and many ordinary people reached out, helped the injured, gave hope to the dying and helped the dead. That evening a great silence descended on the town.’’

Jolene Marlow

Als ik rondloop in de tuin en nadenk over wat ik heb gelezen, zie ik een man die naar het monument toeloopt en een minuut stilstaat bij een van de stenen. Hij raakt een plaque aan waarop namen staan van slachtoffers en maakt een kruisje. Als hij wegloopt, loop ik naar hem toe en speek hem aan. Ik vraag hem waarom hij in de memorial garden komt.

 

 

,,Ik kom hier bijna dagelijks’’, vertelt hij. ,,Mijn nichtje Jolene Marlow (17) was een van de slachtoffers. Als ik hier bij het monument sta, kan ik nog steeds het gezicht van Jolene zien. Ik was zelf in Engeland toe het gebeurde, maar ik kom uit Omagh en ik ben weer teruggekomen. Het was een slachting. Het gebeurde daar even verderop bij de verkeerslichten.  Zoiets vergeet je nooit. Bijna iedereen die hier woont, is op de een of andere manier verbonden met de slachtoffers of met mensen die gewond zijn geraakt. Een zus van Jolene raakte ook ernstig gewond.’’

Waarom de aanslag in Omagh plaatsvond is volgens de man onduidelijk. ,,De bevolking in Omagh is gemengd katholiek en protestant, in een verhouding van 60-40. Iedereen ging hier goed met elkaar om. Er waren hier geen spanningen. de aanslag was ook niet gericht tegen één bevolkingsgroep. Het heeft geleid tot meer gemeenschapszin. Het heeft mensen meer bij elkaar gebracht. Er is niemand veroordeeld. Er zijn processen geweest, maar er kon niets worden bewezen. De spiegels in de herdenkingstuin moeten het licht weerspiegelen naar het monument in de winkelstraat. Twee weken geleden is er hier nog een herdenking geweest waarbij Prins Charles ook aanwezig was’’

Het verhaal van de man is een illustratie van de teksten bij het monument. De inwoners van Omagh zijn verdergegaan met hun leven na de vreselijke bomaanslag, maar die ene noodlottige, warme augustusdag uit 1998 dragen ze de rest van hun leven met zich mee.